Tijdens Gamescom werd de demo van Bioshock Infinite getoond aan de pers. Als liefhebber van de eerste twee delen was ik uiteraard benieuwd. Naderhand kwam ik de demonstratiezaal uit met gemengde gevoelens. Ik had geen Bioshock gezien, maar een heel nieuwe game. De vraag is in hoeverre Bioshock Infinite nog een sequel te noemen is als de verschillen tussen de games zo groot zijn. Of is dit een simpele marketingtruc om van een onbekende game meer exemplaren te verkopen?

 

Bioshock Infinite is open, kleurrijk en licht

Bioshock Infinite speelt zich af in Columbia: een vliegende expositie in het begin van de twintigste eeuw bedoeld om nieuwe technologie tentoon te stellen. De onderwaterwereld Rapture is dus uit beeld verdwenen en daarmee neemt de serie een compleet andere wending. Het claustrofobische sfeertje van Rapture is weg, Columbia heeft als stad in de lucht veel meer openheid. Het is kleurrijker en er is veel meer licht, in tegenstelling tot wat we uit de eerdere delen gewend zijn. Tegelijkertijd is er toch nog een soort gevoel van geslotenheid: je kunt nergens heen buiten de stad zonder een vliegend voertuig.

Wat ik vooral opvallend vond aan de korte demo was de rol van het personage dat je bestuurt. Het personage van de speler is niet langer een passief persoon met een mysterieus verleden, maar heeft echt een karakter en een duidelijke achtergrond. De huurling Booker DeWitt krijgt de taak om het meisje Elizabeth op te sporen en te redden. Elizabeth beschikt zelf over geheimzinnige magische krachten en helpt DeWitt om vijanden af te weren. Terwijl ze bezig zijn worden er ook een aantal woorden gewisseld tussen Booker en Elizabeth. Dit is opvallend, want niet eerder in Bioshock praatte het hoofdpersonage mee in dialogen. Je spelfiguur is veel meer aanwezig en is niet langer een zwijgende protagonist die alleen anderen aanhoort. Op deze manier wordt er een afstand gecreëerd tussen de speler en de wereld in de game. De ‘ik’ valt als het ware weg, juist omdat hij nu echt een aanwezig personage is.